Pijnkliniek Zottegem

Caudale epidurale infiltratie

Bij een epidurale infiltratie wordt door middel van een naald een mengsel van een lokaal verdovend middel en een corticosteroïd (= ontstekingswerend middel) toegediend in de epidurale ruimte. Dit is de ruimte rond het ruggenmerg waar de zenuwwortels lopen. Deze infiltratie heeft als doel de ontstekingsreaktie van de geïrriteerde zenuwwortel(s) (bv. veroorzaakt door een hernia van de tussenwervelschijf) te bestrijden. Deze ingreep gebeurt onder lokale verdoving.

Bij sommige pijnproblemen in de onderrug of ter hoogte van het achterwerk, wordt de medicatie soms toegediend via de hiatus sacralis, dit is een opening onderaan de rug ter hoogte van het staartbeen.

Deze ingreep noemt men een caudale epidurale infiltratie.

De ingreep wordt verricht onder een lichte sedatie terwijl U op de buik neerligt op een tafel en de arts door middel van een röntgentoestel foto's neemt zowel voor als tijdens de procedure.

Opdat de arts met zekerheid de medicatie op de correcte plaats zou geven, wordt een kleine hoeveelheid kontraststof gebruik.

Nadat de procedure is het mogelijk dat de benen wat verdoofd aanvoelen of dat U tijdelijk wat minder kracht in de benen heeft. Dit wordt veroorzaakt door het lokaal verdovend middel dat (samen met het corticoidpreparaat) tot tegen de zenuwen werd ingespoten. Deze symptomen verdwijnen spontaan na een uur.

De dag na de behandeling kan U wat pijn op de prikplaats hebben. Het ontstekingswerend middel dat werd toegediend begint pas na enige tijd (12-24u) te werken.

Vaak zijn een reeks van 2 tot 3 infiltraties nodig met een tussentijd van 1 tot 2 weken, in funktie van de ernst van de klachten.

Bij sommige mensen treedt beterschap van de klachten op gedurende korte tijd (dagen-weken), bij andere gedurende maanden tot jaren. Bij sommige mensen echter treedt ook nauwelijks beterschap van de klachten op. Bij deze mensen dient dan gezocht te worden naar een andere behandelingsvorm (invasievere pijnbehandelingstechnieken zoals zenuwwortelinfiltraties, radiofrequente warmtebehandelingen, neuromodulatietechnieken, chirurgie, ... in funktie van de oorzaak van de klachten).